Citytrip naar Budapest - As Cooked By Ginger

Van een heerlijke vakantie met mijn gezin gesproken… Husband en ik zijn echte citytrippers. Ik hou van korte maar krachtige vakanties en van het ontdekken van steden en lokale gewoontes, eten en drinken. Love it, er verliefd op. Dit samen met husband en zoon doen, is één van mijn lievelingsdingen op deze planeet.

Door een aantal tegenslagen die tijd van ons werk namen, hadden we weinig tijd voor deze vakantie. We twijfelden of we eigenlijk wel konden gaan. Zeer last minute zeiden we ‘f*ck it, we gaan gewoon’ en weg waren we.

Ik kon alvast niet blijer zijn met deze beslissing want wat een heerlijke vakantie was het. Julien was helemaal in zijn nopjes wat het voor ons extra leuk maakte, natuurlijk. We konden veel doen, veel wandelen, lekker eten en gewoon genieten van het samenzijn. Wat deden we, wat aten we? Lijstje komt eraan!

1. Mazeltov

Een super leuk restaurant in het midden van de Joodse buurt, waar wij dichtbij een appartementje gehuurd hadden. Ze serveren echt typisch Midden-Oosters eten. Plateaus met allemaal kleine kommetjes hummus, baba ganoush, flat breads,.. Noem maar op. Husband nam flat bread met spicy worstjes en ik nam flat bread met stevig gekruid varkensvlees. Je kreeg er enkele dips bij en rode biet. Als we meer tijd hadden gehad (met Julien kunnen we gezellig en rustig eten, maar niet heel lang – eens de letterkoekjes op zijn..) hadden we zeker en vast nog een aperitiefschotel genomen met hummus en verschillende dipjes. Zag er op de andere tafels heel lekker uit.

2. Kolévès

Een bruin café/restaurant, ook in de Joodse buurt. Wij hebben er heel lekker gegeten. Ik nam er courgette-kikkererwten fritters met een salade van quinoa, venkel en appel. Husband ging voor een pasta met ragout van eend. Super goed en gezellig zitten. Ze hebben er blijkbaar ook lekkere desserts.

3. Vintage Garden en Cirkuzs

Om de hoek van Kolévès lagen deze twee barren. Allebei echte aanraders, volgens jullie (ik kreeg enkele tips via mijn IG-stories). Ze liggen langs elkaar. Wij gingen er langs rond lunchtijd maar er stond zowel bij Vintage Garden als bij Cirkuzs een lange rij aan te schuiven. Als we onder ons tweetjes zouden zijn geweest, hadden we sowieso mee aangeschoven, maar met Julien zijn zo’n dingen niet handig. Lijken me beide dus echt wel een aanrader.

4. Hummus Bar

Er is een keten in Budapest die ‘Hummus Bar’ heet. Je vindt ze zowat in elke buurt. De laatste avond gingen we er eten uithalen. Ik vond het lekker, maar wel weinig. Ze doen ook overal tahin-saus op en husband vond dit echt niet lekker. Vraag deze dus zeker apart als je de mening van husband deelt. Voor mij was dit zeker geen probleem! Bestel wel voldoende, de falafel valt nogal klein uit.

5. Great Market Hall

In zowat elke grootstad kan je een soort van foodhallen vinden. Een grote markthal met verschillende standjes. In Malaga, Amsterdam, Barcelona, Kopenhagen,… Zo’n beetje overal heb je een geweldige markthal boordevol lekker eten en drinken. Als een stad er eentje heeft, MOET ik er geweest zijn. Dat was op deze citytrip dan ook de first order of business, want ook in Budapest hadden ze er eentje. Het is een fijne hal om door te gaan, maar veel standjes zijn wel hetzelfde. Op de benedenverdieping kan je eten, kruiden,.. kopen en op de eerste verdieping bevinden zich souvenirshops en enkele restaurantjes/standjes. We aten er hele lekkere goulashsoep, maar verder is er niet zoveel spectaculairs te zien. Goulashsoep moet je trouwens absoluut geproefd hebben als je in Budapest bent. Je kan dit zowat overal vinden!

6. Lokaal eten

Het viel me meteen op dat Hongaars eten twee dingen inhoudt: Vlees & Vettig. Worst, varkensknie, goulash,.. Vlees, vlees, vlees en vet, vet, vet. Dat kan me zeker wel een keertje smaken, maar niet elke avond. Wij bevonden ons dus het vaakst in de Joodse buurt waar je héél veel hippe barren vindt met heel lekker eten. Je kan echt 10x terug gaan naar Budapest en er toch nog nieuwe hotspots ontdekken. Geweldig!

Ik proefde van twee lokale specialiteiten. 1) Chimnay cake – Té lekker. Echt helemaal mijn ding. Het is een soort van vanilledeeg dat in de vorm van een rol op houten stokken gegaard wordt. Je kan vervolgens kiezen of je ze in vanillesuiker, kaneelsuiker, chocolade,.. gerold wilt hebben. Kaneelsuiker is absoluut het beste. Je kan ze ook met ijs in eten, maar dat leek me eigenlijk niks. 2) Langos – een soort van gefrituurde pizzabodem met daarop zure room en kaas. Je kan ook andere toppings kiezen, maar wij gingen voor de traditionele. Voor mij is het veel te zwaar en vettig. Absoluut niet mijn ding, maar je moet het wel een keertje geproefd hebben, vind ik.

7. Don’t bring your baby

Of ze kindvriendelijk zijn in Budapest? Hmm, not so much. Over het algemeen werden wij zowel op de luchthaven als in restaurants of op straat niet meteen warm onthaald. Ofwel zijn Hongaren gewoon niet zot van glimlachen ofwel denken ze ‘laat uw baby thuis’. Ik heb er het raden naar, maar bijvoorbeeld in vergelijking met Toscane waar ze allemaal komen aanhollen om met complimenten over je kind te gooien, is het hier maar weinig kindvriendelijk. Niet dat je je daar ook maar iets van moet aantrekken, natuurlijk. Laat het je aub niet tegenhouden om naar Budapest te reizen.

Dat van niet terug in de buggy willen 😉

Met de buggy is alles wel heel goed toegankelijk en je komt regelmatig een speeltuintje tegen. Altijd handig als je peuter nog wat energie kwijt moet.

8. Wandelen

Wij maakten een hele grote wandeling langs de Donau. We vertrokken vanuit ons appartement in Buda en maakten zo een wandeling doorheen het historisch-cultureel gedeelte van Buda om via de brug door te steken naar Pest, waar het meteen een stuk minder mooi is (op vlak van gebouwen). We hebben indrukwekkend mooie gebouwen, standbeelden,.. gezien. Zeker de moeite om te doen, ook in de kou 😉

Zie zo, mijn Budapest-bevindingen. Ik vond het alvast een heerlijke reis in een geweldige stad. Je kan er lekker eten, mooie wandelingen maken, goedkoop verblijven, naar de spa gaan en volgens mij ook een stevig stapje in de wereld zetten. Dat hebben we met Julien natuurlijk aan ons voorbij laten gaan… Dat snappen jullie wel 😉